'De Hoeve' 

Hein Keverweg Laren

Het verraad van de Hoeve 

Alle informatie over de Hoeve en zijn onderduikers is afkomstig van Aaldrik Hermans en uit zijn boek "Ies Bleekrode en zijn 32 joodse onderduikers".

Een van de belangrijkste onderduikadressen tijdens de Tweede Wereldoorlog was ongetwijfeld ‘De Hoeve’ aan de Hein Keverweg 1 te Laren. Het pand werd in 1943 gehuurd door de joodse magnetiseur Ies Bleekrode, die gemengd gehuwd was. 


De joodse Ies Bleekrode en zijn vrouw Els Garms besloten in zijn pension al vroeg in de oorlog om joodse onderduikers in huis te nemen. Ies was joods, maar zijn vrouw Els niet. Ies werd dus half jood verklaard en hoefde geen ster te dragen en was veilig voor vervolging. In juni 1943 woonden ze nog in Villa Senang in Huizen, maar met uiteindelijk 23 onderduikers werd het er te vol. Naast Leonard Vis en Max Mot zaten er familieleden van Ies Bleekrode ondergedoken. Samen met de Huizer verzetsstrijders Jan van Reijendam en Jan Kappelhof werd gezocht naar een nieuw pand. Dit werd vanaf maart 1943 pension De Hoeve aan de Hein keverweg 1 te Laren; een leegstaand retraiteoord van de Nederlands Hervormde kerk. De verhuiswagen van Banis bracht hun bezittingen vooruit en op een vroege ochtend liepen de onderduikers over de heide naar Laren. Dat lukte. Omdat er meer ruimte was in De Hoeve en ook extra inkomen nodig was kwamen er in Laren nog nieuwe onderduikers bij. De nieuwe onderduikers waren niet familie van Bleekrode, maar joodse mensen uit de betere middenstand. In totaal waren er 32 onderduikers. Bleekrode was een zeer ondernemende figuur. Hij had niet alleen zelf onderduikers, hij verstrekte ook persoonsbewijzen en voedselbonnen aan anderen. In september 1943 werd in Haarlem op een vrouw die daar onderduikers hielp het adres van Bleekrode gevonden. Als gevolg daarvan vielen op 30 september 1943 twee jodenjagers van de Haarlemse Inlichtingendienst (Faber en Willemsen) De Hoeve binnen. Zij hadden de Larense politie de omgeving laten afzetten. Bleekrode was door de Larense politie gewaarschuwd dat er binnen een half uur een inval zou komen. De onderduikers wensten niet te vluchten. Wisten ook niet waarheen, want zij kwamen nooit buiten. Zij verstopten zich op de schuilplek, maar werden al snel gevonden. Dertig onderduikers werden gearresteerd en met weer de verhuiswagen van Banis afgevoerd. Ed Mathijse wist op tijd De Hoeve te verlaten. Ze werden afgevoerd naar Haarlem en vervolgens naar de Hollandsche Schouwburg. Vanuit daar getransporteerd naar Westerbork. De13-jarige Leonard Vis wist uit de trein te springen in Amsterdam, Ruth Guth overleefde Theresienstadt en de andere onderduikers werden allemaal vermoord in Auschwitz.


Struikelstenen voor de slachtoffers

De slachtoffers van pension De Hoeve in Laren hebben na tachtig jaar vergetelheid eindelijk een plek gekregen in Laren. Met een plaquette en Stolpersteine worden zij sinds 4 mei 2023 op de Hein Keverweg herdacht.

Op de avond van Dodenherdenking was Leonard Vis, inmiddels 92 jaar oud, terug op de plek waar hij in Laren ondergedoken had gezet. Als enige overlevende onthulde hij een plaquette die herinnert aan het droevige lot van de groep onderduikers.

Rond de plaquette hebben Stolpersteine met daarop de namen van alle slachtoffers een plekje gekregen. Vis voerde kort het woord en vertelde hoe dit een meer dan bijzonder moment voor hem was. Op de plaquette liet hij naar Joods gebruik een wit kiezelsteentje achter.


Holocaust Survivor Leonard Vis (92) 1943-2023 ´Back in Laren´ - YouTube 

Film gemaakt door nabestaande Sylvia van der Sluis in samenwerking met Aaldrik Hermans


Zie ook: Artikel Gooi en Eemlander

Eindelijk een plek in Laren voor 32 vergeten onderduikers. Enige overlevende onthult plaquette | De Gooi- en Eemlander (gooieneemlander.nl) 

De geschiedenis van Pension De Hoeve in de tweede wereldoorlog wordt zeer uitgebreid beschreven in het boek "Ies Bleekrode en zijn 32 onderduikers". door Aaldrik Hermans en Leonard Vis.

Leonard Vis


Op 13-jarige leeftijd kwam Leonard Vis als onderduiker hier terecht. Hij wist uiteindelijk na de razzia te ontkomen en heeft de oorlog overleefd. Hij is geëmigreerd naar Canada.  Nu geeft hij les op scholen over de Holocaust en de gevaren van antisemitisme in de samenleving. 

Ies en zijn vrouw kregen hulp van lokale verzetsmensen. Om ruim dertig mensen van voedsel te voorzien was een heel netwerk aan leveranciers nodig.

Leonard Vis (89 jaar): ‘We werden telefonisch gewaarschuwd door de Larense politie. Waar we heen moesten zeiden ze niet. Je wist niet waar je was, ik was van Huizen naar Laren verhuisd en net 13 jaar…wie kende je in die buurt en die mensen uit Amsterdam helemaal? Waar moest je heen’? 


Na de razzia op 30 september 1943 zijn Ies Bleekrode en zijn vrouw Els Garms brodeloos geworden. Het verzet weet dat De Hoeve niet langer een veilige haven voor onderduikers is, dus vanuit deze hoek valt dan ook niet langer op klandizie te rekenen. Om het bedrijf voort te zetten verschijnen er weer regelmatig advertenties in de Gooi-en Eemlander, waarin het pension onder de aandacht gebracht wordt. 


Leonard Vis: ‘Ies Bleekrode had van de ondergrondse een groot huis gekregen op de Hein Keverweg 1. Al snel kwamen zijn broer en 3 zusjes naar Laren bij hem onderduiken. Onze contactman was Jan van Rijendam uit Huizen (hier zat mijn zusje ondergedoken). Hoewel Liesbeth een heel aardige vrouw was, kreeg Bleekrode, toen hij beter in de slappe was kwam te zitten, een vriendin. Deze vriendin kwam ook gewoon bij ons over de vloer. Zijn familie bezwoer hem de verhouding te beëindigen. Toen hij het uitmaakte heeft deze vrouw ons verraden. Carel Faber de beruchte SD-rechercheur, die is overleden in Duitsland, was een van de twee die de leiding hadden tijdens de razzia. We werden 15 minuten van te voren door de politie gebeld met het bericht dat we verraden waren. We hadden geen idee waar we naartoe moesten (dat had de politie van Laren ons niet verteld). Een man is ontsnapt, hij had een niet-joodse verloofde in Amsterdam. Wij wachtten rustig af en deden niet eens de moeite om ons te verstoppen in de schuilplaats. De Larense politie had de buurt afgezet en nadat Faber het enorme gezelschap zag, liet hij de politie een verhuiswagen bestellen van Banis Transport uit Laren. Hierin zijn we afgevoerd naar Amsterdam’.

 

Op 30 september 1943 zette de Larense politie de omgeving van het huis af. Twee SD-ers, onder wie de beruchte gebroeders Faber, arresteerden vervolgens alle onderduikers. Zij toucheerden f 7,50 per opgepakte jood.

Rachel Vogel-Bleekrode

Amsterdam, 24 mei 1887

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 56 jaar

Beroep: 

Abraham Vogel

Amsterdam, 14 januari 1877

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 66 jaar

Beroep: reiziger

Rachel Vogel-Bleekrode was eerder getrouwd (1910) met Gabriel Vigevino. Zij importeerden sigaren en hadden een sigarenzaak in Amsterdam. Samen hadden zij een dochter Rebecca. Gabriel overleed in 1929. Rachel hertrouwd 1932 met de weduwnaar Abraham Vogel. De sigarenzaak ging failliet in 1935. Zij wonen in 1940 nog in Amsterdam en duiken in 1942 onder bij haar broer Bleekrode in villa Senang in Huizen. Vanuit daar gaan ze mee naar naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. 

Op 30 september 1943 werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werden zij onmiddellijk vergast..

Zie ook:

Rachel Vogel-Bleekrode (Amsterdam, 24 mei 1887 - Auschwitz, 22 oktober 1943) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Abraham Vogel (Amsterdam, 14 januari 1877 - Auschwitz, 22 oktober 1943) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Joods Monument:

Rachel Vogel-Bleekrode 

Abraham Vogel 

Maker van het herinneringsbordje: Dorrus Ligteringe


Regina Bleekrode

Amsterdam, 27 maart 1898

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 45 jaar

Beroep: kapster

Paul Bleekrode

Valburg, 23 augustus 1923

Auschwitz, 31 maart 1944

Bereikte de leeftijd van 20 jaar

Beroep: scholier

Regina (Regien) Bleekrode was kapster van beroep. Zij is ongehuwd als in 1923 haar zoon Paul geboren wordt. Paul wordt geboren in Valburg (Gld) in een tehuis voor ongehuwde moeders. Paul is een sportieve jongen en doet aan wedstrijd zwemmen ondanks zijn epilepsie. Regina laat zich in 1942 inschrijven bij familie in Amsterdam maar duikt in augustus 1942 met zoon Paul onder bij haar broer Ies in Huizen in villa Senang. Vanuit daar gaan ze mee naar naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. Op 30 september 1943 werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober is Regina op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werd zij onmiddellijk vergast. Paul is ook op 19 oktober naar Auschwitz gestuurd en is daar waarschijnlijk in of buiten het kamp aan het werk gezet. Op 31 maart 1944 is hij vermoord.

Zie ook:

Regina Bleekrode (Amsterdam, 27 maart 1898 - Auschwitz, 22 oktober 1943) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Paul Bleekrode (Valburg, 23 augustus 1923 - Auschwitz, 31 maart 1944) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Joods Monument:

Over Regina Bleekrode 

Paul Bleekrode 

Maker van het herinneringsbordje: Erwin van den Berg


Eva Gobits-Bleekrode

Amsterdam, 9 januari 1906

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 37 jaar

Beroep: 

Robert Sem Gobits

Amsterdam, 29 april 1931

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 12 jaar

Beroep: 

Eva Bleekrode was in 1930 getrouwd met de 26 jarige kantoorbediende Sam Gobits. In 1931 werd zoontje Robbie Gobits geboren. Ze hebben enige tijd een boekhandel in Antwerpen gehad maar keren in 1931 weer naar Amsterdam terug. Het huwelijk loopt niet goed en in 1934 wordt de scheiding uitgesproken. Eva pakt haar beroep als schoonheidsspecialiste weer op. Na alle anti joodse maatregelen in 1942 ontstond de discussie in de familie Bleekrode wat te doen. Eva besloot samen met haar zoon Robbie onder te duiken bij haar broer Ies in Huizen. Vanuit daar gaan ze mee naar naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. Op 30 september 1943 werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werden zij onmiddellijk vergast.

Zie hun levensverhaal op Joodsmonument:

eva_gobits_totaaldossier.pdf 

Zie ook:

Eva Gobits-Bleekrode (Amsterdam, 9 januari 1906 - Auschwitz, 22 oktober 1943) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Robert Sem Gobits (Amsterdam, 29 april 1931 - Auschwitz, 22 oktober 1943) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Joods Monument:

Eva Gobits-Bleekrode 

Robert Sem Gobits 

Maker van het herinneringsbordje: Karin Calis


Samuel Bleekrode

Amsterdam, 17 juni 1893

Auschwitz, 11 februari 1944

Bereikte de leeftijd van 50 jaar

Beroep: verplegende

Vrouwtje Bleekrode-Presser

Amsterdam, 28 oktober 1892

Auschwitz, 11 februari 1944

Bereikte de leeftijd van 51 jaar

Beroep: reiziger

Samuel Bleekrode besloot verpleger te worden en volgde hiertoe de opleiding in de inrichting "Het Apeldoornsche Bosch" in Apeldoorn. In 1913 deed hij zijn eerste examen. Terug in Amsterdam werkte Sam in verschillende ziekenhuizen. In 1923 trouwt Sam met Fre Presser een wijkverpleegster in Amsterdam. Hij heeft haar tijdens het werk leren kennen. Zij krijgen in 1924 een zoon Mozes. Na verhuist te zijn naar Amersfoort keren zij na de Duitse inval terug naar Amsterdam. Samuel krijgt begin 1942 een sperre vanwege zijn verplegers werk, maar na de arrestatie van hun zoon Mozes besluiten zij onder te duiken bij zijn broer Ies in Huizen. Vanuit daar gaan ze mee naar naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. Op 30 september 1943 werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij naar Westerbork getransporteerd en op 8 februari 1944 op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz op 11 februari 1944 werden zij onmiddellijk vergast..

Zie ook:

Samuel Bleekrode (Amsterdam, 17 juni 1893 - Auschwitz, 11 februari 1944) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Vrouwtje Bleekrode-Presser (Amsterdam, 28 oktober 1892 - Auschwitz, 11 februari 1944) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Joods Monument:

Samuel Bleekrode 

Vrouwtje Bleekrode-Presser 

Maker van het herinneringsbordje: Erwin van den Berg


Jacob Eliazer Boas

Amsterdam, 11 februari 1901

Polen, 31 maart 1944

Bereikte de leeftijd van 43 jaar

Beroep: procuratiehouder

Esther Boas-van Kollem

Amsterdam, 23 februari 1901

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 42 jaar

Beroep: 

Selma Marie Boas

Amsterdam, 26 juli 1924

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 19 jaar

Beroep: 

Mary Boas

Amsterdam, 30 april 1929

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 14 jaar

Jacob (Jaap) Eliazer Boas is een zoon van Eliazer Samuel Boas en Sippora de Casseres. Hij trouwde 23 juli 1923 met Esther (Hetty) van Kollem. Esther van Kollem is een dochter van Hartog van Kollem (A'dam, 21 augustus 1876 - A'dam, 28 november 1936) en Maria Leefman (A'dam, 26 oktober 1875 - A'dam, 22 januari 1940). Esther werkte in 1918 als telegrafiste bij de Rijkstelegafie. In die functie ontving zij als eerste, onder strikte geheimhouding, dat Duitsland had gecapituleerd en om wapenstilstand had verzocht. Zij krijgen 2 dochters: Selma Marie, 26 juli 1924 en Mary, 30 April 1929. Als procuratiehouder had Jacob een goede baan bij de firma Van der Heyden in Amsterdam. Daar werden allerlei textielproducten gemaakt. Selma volgt na de lagere school de 3-jarige HBS en volgt hierna een opleiding tot verpleegster. Van Mary is niets bekend. In oktober 1942 besluit het gezin onder te duiken bij Ies Bleekrode.Vanuit daar gaan ze mee naar naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. Op 30 september 1943 (Jom Kippoer (Grote verzoendag)) werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij naar Westerbork getransporteerd en op 8 februari 1944 op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz werden Esther, Selam en Mary op 11 februari 1944 onmiddellijk vergast. Jacob moest waarschijnlijk werkzaamheden verrichten op of rond het kamp en is 31 maart 1944 vermoord. 

Maker van de herinneringsbordjes: Marionne Bakker


Maurits van Kollem

Amsterdam, 18 mei 1914

Polen, 31 maart 1944

Bereikte de leeftijd van 29 jaar

Beroep: 

Selma Jeannette van Kollem-van der Sluis

Amsterdam, 24 juni 1917

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 26 jaar

Maurits van Kollem is op 18 mei 1914 in Amsterdam geboren als zoon van H. van Kollem en M. van Kollem-Leeflang. Hij trouwde met Selma van der Sluis op 22 maart 1942 in de Nieuwe Synagoge aan het Daniel Meijerplein. In die tijd werden er zeer veel Joodse huwelijken gesloten. Men hoopte dat dit enige veiligheid zou bieden tegen deportatie en andere maatregelen tegen de Joodse bevolkingsgroep.In oktober 1942 duiken zij onder bij Ies Bleekrode in Huizen. Vanuit daar gaan ze mee naar naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. Op 30 september 1943 (Jom Kippoer (Grote verzoendag)) werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. 

Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij naar Westerbork getransporteerd. Selma is dan enkele maanden in verwachting van haar eerste kindje. Zij worden op 19 Oktober op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werd Selma onmiddellijk vergast. Maurits is op 31 maart 1944 met vele andere vermoord.

Benjamin van der Sluis, de vader van Selma, zat ook ondergedoken bij Ies Bleekrode. 

Maker van de herinneringsbordjes: Karin Calis

Benjamin van der Sluis

Meppel, 28 september 1886

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 57 jaar

Beroep: slager

Benjamin van der Sluis was een telg uit een grote slagersfamilie. Zij hadden een grote slagerij-fabriek in Meppel. Benjamin was naar Amsterdam getrokken en had diverse slagerijen. Hij was getrouwd met Flora Muller en was de vader van Selma Jeanette van der Sluis (1917) en van Mozes (Max) Abraham van der Sluis (1912). Benjamin had als slager een sperre van de Joodse Raad. Door alle anti Joodse maatregelen mocht hij zijn vak niet meer uitoefenen. Zijn zaken kregen een Verwalter, een NSB-er die de zaken overnam en het geld hield. Benjamin besloot begin 1943 onder te duiken bij Ies Bleekrode in Huizen samen met zijn dochter Selma en zijn schoonzoon Maurits van Kollem. Vanuit daar gaan ze mee naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. Op 30 september 1943 werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werd hij onmiddellijk vergast samen met zijn dochter Selma.

Zijn vrouw Flora zat ergens anders ondergedoken. Mogelijk om het risico te spreiden. Zij is ook gepakt en via Westerbork op 18-5-1943 naar Sobibor getransporteerd en daar direct vergast. Zoon Max is al 1942 in Auschwitz vermoord.

Maker van het herinneringsbordje: Marijke van Schaik

Op Joods Monument geplaatst door Sonja Jansen te Helmond over het in bewaring geven van persoonlijke bezittingen van Benjamin van der Sluis:

Esther Knoop

Amsterdam, 18 november 1882

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 60 jaar

Beroep: modiste

Rachel Vles-Knoop

Amsterdam, 3 september 1885

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 58 jaar

Beroep: 

Eshter Knoop en Rachel Vles-Knoop

Esther en Rachel waren zusters geboren in Amsterdam.

Esther Knoop, geboren op 18 November 1882 in Amsterdam, was de 2e van de acht kinderen van Salomon Knoop en Ribca Lopes Cardozo. Zij woonde met haar ouders in Amsterdam totdat zij op 29 Maart 1917 vertrok uit Amsterdam naar Hengelo (Overijssel). Zij woonde daar op het adres Vondelstraat 3 en zij verdiende haar brood als modiste. Esther was ongehuwd. De commissaris van politie te Hengelo verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Esther Knoop. Zij woonde in Hengelo en zij was van woonplaats veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.

Algemeen Politieblad, nr 48, 3 december 1942, 1351, bericht 2959

Toen de Duitse bezetters in 1942 verordonneerden dat alle Joden die in de provincie woonden, moesten verhuizen naar Amsterdam, moest Esther óók verhuizen, maar dat deed zij niet. In plaats daarvan trachtte zij een onderduikplek te verkrijgen om aan deportatie te ontkomen. Zij kwam in contact met haar zuster Rachel Vles-Knoop in Amsterdam die op de Ringdijk 81 in Amsterdam-Oost woonde en kwam in December 1942 bij haar en zij gingen in onderduik in Laren. Zij werden echter verraden, naar de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam gebracht en kwamen uiteindelijk op 9 October 1943 in Westerbork terecht waar zij werden ingesloten in de strafbarak 67.

Op 19 October werd Esther Knoop op transport gesteld, samen met haar zuster Rachel en bij aankomst in Auschwitz op 22 October 1943 werden zij onmiddellijk vermoord. 

Rachel Knoop, geboren op 3 September 1885 in Amsterdam, was een dochter van Salomon Knoop en Ribca Lopes Cardozo. Zij trouwde op 29 Februari 1928 met de weduwnaar van Helena Franken, Alexander Vles, die op 24 September 1882 in Zutphen was geboren als zoon van Levie Joseph Vles en Sara Snoek.

Uit het eerste huwelijk van Alexander Vles met Helena Franken werden twee kinderen geboren: in 1915 hun dochter Helena, die in 1937 huwde met Roelof van Zijl, die beiden de Holocaust overleefden en in 1920 werd hun zoon Alexander geboren, die óók de Holocaust heeft overleefd. Uit het tweede huwelijk van Alexander Vles met Rachel Knoop zijn geen kinderen bekend.

Vanaf 30 Augustus 1929 woonden Rachel Knoop met haar man Alexander Vles en stiefkinderen op de Heimansweg in Amsterdam-Noord maar in Maart 1939 verhuisde het gezin naar de Nieuwe Bussumerweg in Huizen.  Daar is Alexander Vles op 58-jarige leeftijd op 19 Juli 1941 overleden. Op 22 December 1942 moesten Rachel en haar stiefzoon verplicht verhuizen naar Amsterdam en kwamen toen terecht op de Ringdijk in Amsterdam-Oost.

Rachel onderging hetzelfde lot als haar zus Esther.

Maker van de herinneringsbordjes: Karin Calis


Rachel met haar echtgenoot Alexander Vles +- 1930 -----Verpleegsters opleiding voor Rachel  + - 1920 - Links op de foto

Flora Mathijse-Leefman

Amsterdam, 12 februari 1880

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 63 jaar

Beroep: koopvrouw

Netty Mathijse

Amsterdam, 8 augustus 1925

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 18 jaar

Flora Mathijse-Leefman

Flora Mathijse-Leefman is een dochter van Salomon Leefman en Klaartje Kan (26 aug 1851 Meppel). Ze trouwde 26 november 1903 in Weesp met Jonas Mathijse (A'dam, 30 oktober 1877 - A'dam, 21 april 1932), zoon van Eduard Mathijse en Esther Ouds. Jonas Mathijse was diamantbewerker. Zij woonde in Amsterdam. Het echtpaar kreeg drie kinderen van wie er twee de oorlog overleefden. Kinderen: Eduard (10 Augustus 1904), Salomon (29 Februari 1908), Netty (8 Augustus 1925).

Flora Leefman werd in 1932 weduwe. De oudste 2 zoons zijn dan al getrouwd. Via de Huizense verzetsmensen Van Reijendam en Kappelhof komt Flora samen met haar zoon Ed en dochter Netty in Huize Senang in Huizen. Hoewel Ed gemengd getrouwd was duikt hij toch onder, in tegenstelling tot zijn broer Salomon. Uiteindelijk worden het 11 familieleden die hier onderduiken. Vanuit daar gaan ze mee naar naar de De Hoeve op de Hein Keverweg 1 in Laren. Op 30 september 1943 werden alle 30 onderduikers verraden. Toen zij gewaarschuwd werden door de Larense politie dat er een inval zou komen heeft Ed het huis verlaten. Hij wist onder te duiken in Amsterdam en heeft de oorlog overleefd. De rest werd door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werden zij onmiddellijk vergast.

Maker van de herinneringsbordjes: Marieke ten Donkelaar

Maurits Duveen

Amsterdam, 13 juli 1897

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 46 jaar

Beroep: koopman

Julia Dorothea Duveen-Cheim

Amsterdam, 17 december 1901

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 41 jaar

Beroep: hulp in huishouding

Maurits Duveen was de zoon van Abraham Duveen. 

Abraham was winkelier in huishoudelijke artikelen en speelgoed. Onder de naam "Amsterdamsche bazaar" had hij een kleine winkelketen in Amsterdam. Hij was getrouwd met Helena Adelaar. Maurits wordt geboren boven 1 van de zaken en en in 1900 kreeg hij tweelingbroers Willem en Siegfried. Abraham dook onder in Ermelo  en werd na 1 jaar bij een razzia opgepakt. Hij werd op 22 mei 1944 in Auschwitz vergast. De broers Willem en Siegfried overleefden de oorlog.

Maurits woonde al voor de oorlog met zijn vrouw Dora (Doetje) de Vries in Naarden in een villa aan de Verlengde Fortlaan in Naarden. Zij kregen in 1921 een dochter Tine (Tineke). Doetje was een society figuur als grote Proustkenner en zij was 1 van de initiatiefnemers in Bussum van een Monterssori-schooltje. In de dertigerjaren heeft zij zitting in allerlei comités bv voor de huldiging van de schrijver Fredrik van Eeden. En ook betrokken bij oprichting van de Bussumse afdeling van het Genootschap "Nederland-Frankrijk" en een feest-comité ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Bussumse afdeling van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen. In 1937 overlijdt zij na een ziekbed op 42-jarige leeftijd. 

Maurits hertrouwd in 1941 met Julia Dorothea Cheim. Julia was van oorsprong Duitse en in 1938 vanuit Berlijn naar Nederland gevlucht. Julia was bij haar huwelijk weduwe van Caspar Liffers. Zij werkte in Nederland tot haar huwelijk met Maurits als huishoudster. Maar dat was waarschijnlijk omdat er niets anders was, want zij was een chique vrouw. (Volgens Leonard Vis). Voordat zij met de weduwnaar Maurits Duveen trouwt, woont zij op de Karel du Jardinstraat in Amsterdam. Tot aan de onderduik in 1943 woonden zij aan de Verlengde Fortlaan 31 in Naarden.

Zij zijn ondergedoken bij Ies Bleekrode op de Hein Keverweg te Laren. Op 30 september 1943 wordt het echtpaar samen met de andere onderduikers door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld. Bij aankomst in Auschwitz werden zij onmiddellijk vermoord.


Dochter Tine heeft in Ermelo ondergedoken gezeten en de oorlog overleefd. Toen zij in 1945 in Naarden kwam kijken of haar vader en Julia het overleefd hadden bleek het huis gekocht te zijn door een Duitse dame met duidelijke Nazi sympathieën. Haar man had in de oorlog het huis gekocht van de Niederlandische Grundstuckverwaltung. Uiteindelijk kon zij het pand weer terug krijgen als het opengevallen hypothecaire-bedrag aan de bank terug betaald werd. De Inventaris bleek door Maurits opgeslagen te zijn bij de firma Banis in Bussum. Om dat terug te krijgen moest zij 2 jaar opslagkosten aan Banis betalen. Dezelfde firma Banis die in een verhuiswagen haar ouders hadden opgehaald op de Hein Keverweg en vervoerd op last van de jodenjagers naar Haarlem. In 1950 werd Maurits pas officieel dood verklaard en kon er verdere afhandelingen plaats vinden als uitbetaling levensverzekeringen en de rest van de erfenissen van Maurits, Julia en ook de vermoorde grootvader Abraham. (zie voor uitgebreide beschrijving het boek).

Maker van de herinneringsbordjes: Wil Bongers

Samuel Ikkersheim

Amsterdam, 11 juni 1895

Auschwitz, 31 maart 1944

Bereikte de leeftijd van 48 jaar

Beroep: procuratiehouder

Sara Ikkersheim-Sarphatie

Amsterdam, 12 mei 1898

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 45 jaar

Beroep: 

Willem Daniël Ikkersheim

Amsterdam, 6 augustus 1927

Auschwitz, 31 maart 1944

Bereikte de leeftijd van 16 jaar

Beroep: reiziger

De 26 jarige boekhouder Samuel Ikkersheim (zoon van Wolf Samuel Ikkersheim en Mietje Viskoper) trouwt op 30 maart 1922 met Sara Ikkersheim-Sarphatie (23 jaar) (dochter van Daniel Sarphatie en Klara Gans). Zij gaan wonen in Den Haag in de Wagenstraat. Hier wordt in 1927 hun enig kind Willem Daniël Ikkersheim geboren. De Wagenstraat groeit in de jaren 30 uit tot een belangrijke winkelstraat. Het theater Scala en de vele kroegjes trekken veel publiek. Zij gaan in de straat naar de synagoge. In 1941 wordt er door de NSB brand gesticht in de synagoge, maar enkele maanden later kan hij weer gebruikt worden.

Sam doet naast zijn werk veel vrijwilligerswerk. Hij zet zich sterk in met zijn vrouw voor de minderbedeelden. Hij is lid van veel besturen in Den Haag. Zo was hij als opvolger van zijn vader ook bestuurslid van de vereniging Ngouzier Dalliem - Armenzorg ("Hulp in Nood").

Vanaf april 1943 mogen er van de Duitsers geen joden meer wonen in Den Haag. Uiteindelijk komen zij in De Hoeve in Laren terecht, waar zij maar relatief kort ondergedoken hebben gezeten. Zij zijn met de 30 onderduikers verraden en gearresteerd door de SD. Afgevoerd naar Haarlem, Hollandsche Schouwburg, Westerbork en vermoord in Auschwitz.

Krantenfoto 1931 Nieuw Israëlitisch Weekblad

Maker van de herinneringsbordjes: Cor Bakker


Meijer Max Mot

Amsterdam, 10 september 1920

Polen, 31 maart 1944

Bereikte de leeftijd van 23 jaar

Beroep: 

Meijer Max (Jo) Mot zijn hele familie was actief in de SDAP. Max was een AJC'er in hart en nieren, de socialistische jongeren beweging. Hij werkte eerst bij de gemeente Amsterdam als ambtenaar, maar werd door de anti Joodse maatregelen van de Duitsers ontslagen. Hij werkte toen vanaf 9 januari 1942 als bediende bij de Joodse Raad. Vanaf september 1942 besluit hij onder te duiken. Max is samen met Leonard Vis verborgen in een schuurtje in Laren. Toen dat te koud werd werden zij door het verzet ondergebracht bij Ies Bleekrode.Hij werd op 30 september 1943 op zijn onderduikadres in Laren verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg is hij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd. Hij is op 31 maart 1944 in Auschwitz vermoord.

Zijn moeder Rachel Mot-Rodrigues de Miranda zat met 3 andere dames in Laren ondergedoken op Zevenend 52. Zij werden op 18 januari 1944 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork. Op 11 februari is zij vermoord in Auschwitz. Zie ook: Herinnerings bomen Laren - Onderduikers  Zevenend 52

Maker van de herinneringsbordjes: Marionne Bakker


Meijer Jacob Polak

Amsterdam, 31 mei 1898

Polen, 31 maart 1944

Bereikte de leeftijd van 45 jaar

Beroep: Leraar Duits

Reina Sophia Polak-Samuels

Groningen, 21 mei 1898

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 45 jaar

Beroep: 

Meijer Polak en zijn vrouw Reina Sohia Polak-Samuels waren vrijzinnig Joods. Zij zijn op 14 juli 1927 getrouwd in de synagoge in Haarlem. Het echtpaar kreeg twee kinderen die beide de oorlog zouden overleven. Jacob Bernard (Jaap) Polak (1933) en Sophia(1937). Meijer en zijn zoon hebben tot 1943 in Amsterdam gewoond. Reina was met haar dochter al ondergedoken in Huizen. Reina kwam terug naar haar gezin in Amsterdam. Sophia bleef ondergedoken. In juni 1943 vond er in Amsterdam-Zuid een grote razzia plaats, maar zij wisten zich enkele dagen te verstoppen. 

Zoon Jaap werd toen door een kennis naar Rokanje verplaatst in onderduik waar ook zijn zus Sophia bleek te zitten. Het was een bejaardenhuis met veel Joodse kinderen. Uiteindelijk kwam Jaap  in Friesland terecht op een boerderij. In 1945 is hij daar door de Canadezen bevrijd. Sophia heeft langs vele adressen gezworven en heeft de oorlog ook overleefd.

Het echtpaar Polak was met Jaap al een keer door de SD gearresteerd. Maar Meijer die leraar Duits was op het Joods Lyceum in Amsterdam wist hun vrij te krijgen. Hij had ook een sperre vanwege zijn leraar Duits zijn op het Joods lyceum. 

Meijer Polak en Reina Sophia Polak-Samuels zaten uiteindelijk ondergedoken bij Ies Bleekrode op de Hein Keverweg te Laren. Dat is maar enkele weken geweest. Op 30 september 1943 zijn zij gearresteerd in de Hoeve en via Haarlem en de Hollandsche Schouwburg in Westerbork terechtgekomen. 

 

Meijer is pas op 31 maart 1944 in Polen (waarschijnlijk Auschwitz) vermoord. (Net als meerdere onderduikers van de Hoeve ) Reina is op 22 oktober 1943 direct bij aankomst in Auschwitz vergast.


Maker van de herinneringsbordjes en (algemene) motivatie: Marijke van Schaik

Mijn stoere oma

Bezig met het maken van de herdenkings borden die ter herdenking aan de Joodse slachtoffers in de oorlog 40/45 aan De Brink in Laren worden opgehangen.

Opeens krijgen de slachtoffers een gezicht.

Ineens denk ik aan mijn moeder die toch wel een flinke deuk in haar psyche had opgelopen vanwege deze oorlog. 

De onveilige situatie die ze als kind had ervaren vanwege de vele Joodse onderduikers in huis. De angst voor de klop op de deur. Geen emoties meer kunnen toelaten. Het glashard kunnen liegen. 

Volwassenen, kleine kinderen. Bram, Sam…. Esther, hoe zal het hen vergaan zijn.

De invallen van de Duitsers waarbij haar broer werd meegenomen.

Haar smokkelroutes, op de fiets met houten banden, waarbij ze haar van onderen dichtgebonden broekspijpen vol verstopte etenswaren had om toch bijna dagelijks meer dan twintig monden te kunnen voeden.

Mijn stoere oma, een weduwvrouw met negen kinderen, die voor haar moed en hulp in het verzet postuum de Yad Vashem onderscheiding heeft gekregen.

Ppfffff…..

Ineens zo dichtbij….

Heb ik wel voldoende oren gehad voor haar verhalen…. 

Het antwoord is ….. nee!


Baruch Lopes de Leao Laguna

Amsterdam, 16 februari 1864

Auschwitz, 19 november 1943

Bereikte de leeftijd van 79 jaar

Beroep: schilder

Zelfportret

Baruch Lopes de Leaô was de zoon van Salomon Lopes de Leaô Laguna en Sara Kroese. Op tienjarige leeftijd werd hij wees.

In 1889 verhuisde hij met zijn vrouw van Amsterdam naar Laren vanwege haar gezondheidsproblemen.


Uit het artikel van Herman Minkenhof:

Baruch werd opgevoed in het Portugees-Israëlietisch Weeshuis in Amsterdam. Hij moest iedere dag naar de Portugese Snoge, waar hij meer onder de indruk was van de gezichten om zich heen dan van het interieur, gezichten die hij als jongetje tekende. Toen op zijn veertiende over zijn toekomstige beroep moest worden beslist, werd hij naar de Quelliniusschool gestuurd voor de opleiding tot decoratieschilder. Na twee jaar kreeg hij toestemming examen te doen voor de Academie, waar Allebé en Wijnveld zijn leermeesters waren.


Op zijn zeventiende moest hij het weeshuis verlaten en op eigen benen gaan staan. Op een zolder in de jodenbuurt richtte hij zijn atelier-woonplaats in. Hij werkte voor tijdschriften. Hij verwierf zich naam toen hij voor het eerste nummer van Elsevier's Maandschrift schetsen van de jodenbuurt maakte.


Als muziekliefhebber bezocht hij Frascati. Daar maakte hij eens een tekening van een oude cellist. Op advies van de beeldhouwer Teixeira de Mattos stuurde hij die tekening naar Arti, waar ze werd aangekocht. Baruch werd als lid van Arti aangenomen. Hij kreeg verschillende opdrachten. Na zijn huwelijk met Rosa Asscher - omstreeks zijn dertigste - vestigde hij zich in het Gooi, eerst in Laren, toen in Hilversum en uiteindelijk in Blaricum. Zijn laatste woonadres was op de Zwaluwenweg.


"Het eigenlijke schilderscentrum Laren-Blaricum. Hij was zeer thuis in deze verzamelplaats van joviale en origineele naturen, afkomstig uit alle locale, nationale en anthropologische sfeeren. Hij bracht in dit veelkleurige menschenpalet zijn bijzondere kleur en in het veelstemmige koor, dat dagelijks na het werk om de 'ronde tafel van Hamdorff' klonk, liet men hem gaarne als solist in Amsterdamsche gijn optreden."


Hij was niet geïnteresseerd in landschappen. Af en toe maakte hij een schilderij van een Goois landschap, omdat de Larensche Kunsthandel dat graag wilde voor de export naar Amerika. Maar dan schilderde Baruch er altijd een mensenfiguur op:

"Menschen moest hij hebben: boeren, bankiers, militairen, mondaine vrouwen, zachte moeders met kinderen, kooplieden, geleerden, artsen." Hij was vooral de man van de "belle peinture".


Hij schilderde onder meer Ferdinand Domela Nieuwenhuis ("een mooie kop had hij"), minister van Oorlog, Colijn, opperrabbijn Van Loen. Hij werd eens naar Engeland geroepen om mevrouw Deterding te schilderen. Dat werk moest hij acht dagen onderbreken vanwege een uitnodiging waaraan mevrouw Deterding zich niet kon onttrekken. Henry Deterding gaf hem toen een cheque om zich gedurende die dagen op de Derbyraces te vermaken.

"Naar de paarden, och meneer Deterding, het zal u wel hetzelfde zijn, ik ga liever zoolang naar mijn Rosie."


Baruch leefde voor zijn gezin. Rose en hij kregen een zware klap toen hun veelbelovende zoon Martijn bij een motorongeluk om het leven kwam. Door hard te werken kon hij met dit verdriet leven en als 78-jarige werkte hij nog steeds:


"Want ondanks zijn zelfvertrouwen is de 78-jarige als kunstenaar een bescheiden man gebleven, die hooge eischen aan zichzelf stelt. Met de eischen die hij anderen stelt, typeert hij zichzelf als Jood: Onrecht is de ergste ondeugd die hij kent. Hij houdt van mooie menschen, maar een mooi karakter is hem meer waard."

Het Joodsche Weekblad, 10 oktober 1941, 5

Zie verder: J. van Adrichem (et al.), Rebel, mijn hart : kunstenaars 1940-1945 (Zwolle 1995)

 

Zijn vrouw Rose Asscher was samen met enkele andere vrouwen ondergedoken in Laren bij de familie Rem op het Zevenend. Op 18 januari 1944 werden zij door Larense politieagenten opgehaald. Zij hebben daar ruim een jaar ondergedoken gezeten. Op 8 februari 1944 werd zij uit Westerbork afgevoerd en op 11 februari 1944 in Auschwitz vermoord.  Zie ook: Onderduikers 

Voor meer informatie over Baruch en zijn werk: 

Baruch Lopes de Leao Laguna – Baruch Lopes de Leao Laguna 

Zie ook:

Baruch Lopes de Leao Laguna (Amsterdam, 16 februari 1864 - Auschwitz, 19 november 1943) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Joods Monument:

Baruch Lopes de Leao Laguna 


Maker van het herinneringsbordje: Marijke van Schaik

Clara van Kollem

Amsterdam, 23 oktober 1906

Auschwitz, 22 oktober 1943

Bereikte de leeftijd van 36 jaar

Beroep: kantoorbediende

Clara (Clarissa) van Kollem was ongehuwd en de oudere zus van Maurits. Ze was samen met hem en zijn vrouw ondergedoken in Laren (Hein Keverweg ). Ze werden verraden en gearresteerd op 30 september 1943.

Zie ook:

Clara van Kollem (Amsterdam, 23 oktober 1906 - Auschwitz, 22 oktober 1943) - Netwerk Oorlogsbronnen 

Joods Monument:

Clara van Kollem 


Maker van het herinneringsbordje: Wenda van 't Klooster-Calis